Walliser schwarznase schaap

Het Walliser schwarznase schaap (i.e. SN) is een inheems Zwitsers schapenras, afkomstig uit de bergen van het kanton Wallis/Valais.

Geschiedenis

Over het ontstaan van het Walliser schwarznase schaap zijn erg weinig geschreven documenten beschikbaar. Door middel van mondelinge overlevering is er sprake van ′Kupferschafen′, die in grote getale rond 1550 op de weilanden rond Oberwallis graasden. Diezelfde overlevering stelt dat uit deze ′Kupferschafen′ de ′Älwen′, i.e. gehoornde schapen met bruine wol, afstamden. Men vermoedt dat door de mix van deze dieren met andere nog onbekende wittere rassen, de directe SN-voorouders met hun kenmerkende tekening ontstonden. Het nieuwe ras werd toen bekend als de ′schwarznasige schafen von Vispertal′, wat suggereert dat toen reeds de zwarte neus een belangrijk kenmerk was en er voornamelijk gefokt werd in streek van Boven-Wallis.

In een wetdocument uit 1884, genaamd de ″de uitvoeringsbesluiten inzake de wet van 24 november ter verbetering van groot- en kleinvee″, werd het SN-schaap voor het eerst vermeld en erkend als een officiëel goedgekeurd schapenras. Het doel van dit document was een verhoging te bekomen van de groei en wolopbrengst van de verschillende inheemse schapenrassen. Teneinde dit fokdoel te bereiken, werden de dieren onder meer gekruist met buitenlandse rassen (bvb. Engelse South Down schaap), wat echter slechts een matig succes kende. Al snel werd teruggegrepen naar zuivere SN-dieren, waarvan kenmerken als sterk vruchtbaar, goed bestand tegen het barre bergklimaat van Wallis, goede vleeskwaliteit en efficiënte voedselinname zich gedurende eeuwen hadden geperfectioneerd. De SN-wol is ruwer en grover dan die van de andere schapenrassen. Dit kenmerk was zeer belangrijk aangezien het merendeel van de wol door de boeren zelf verwerkt werd. De ruwe wol kon eenvoudiger en met minder inspanning bewerkt worden met de toen beschikbare werktuigen. De ruwheid van de wol zorgt ook voor stabielere en sterkere wolproducten.

De eerste SN-coöperatie werd opgericht aan het begin van de 20ste eeuw in Naters. Sindsdien is het aantal verenigingen gestegen naar 47 en werd in 1948 een overkoepelende organisatie boven de doopvont gehouden, nl. het Oberwalliser Schwarznasen schafzuchtverband.

  • Theler Luzius: Die Schwarznase. Schafrasse des Oberwallis. Hrsg. Oberwalliser Schwarznasen-Schafzuchtverband, Visp.
  • website Oberwalliser Schwarznasen schafzuchtverband
  • Traditionelle Nutztiere und Kulturpflanzen im Oberwallis. Eine Publikation der Naturforschenden Gesellschaft Oberwallis, NGO, Hersg. NGO, Rotten Verlag, Visp, 2001, S. 33 ff.

47

fokkerij associaties

523

stamboek fokkers

12985

stamboek fokdieren

6624

stamboek lammeren 2017

Huidige toestand stamboek Zwitserland

Uit het jaarrapport 2017 van de Zwitserse schapenfederatie blijkt dat het SN-schaap op de tweede plaats prijkt inzake het aantal geregistreerde fokdieren, achter het ′Weisses Alpenschaf′. De top drie wordt vervolledigd door het ′Schwarz-braunes bergschaf′. Van alle 60022 geregistreerde stamboekdieren maken SN-schapen iets minder dan 22% uit. In totaal zijn 12985 SN-fokdieren opgenomen in het register, waarbij 6624 lammeren geregistreerd werden in 2017. Bijna de helft (42%) van de worpen waren meerlingen, met een gemiddeld geboortegewicht van 3.75 kg (i.e. het laagste t.o.v. de andere rassen).

Weisses Alpenschaf, 23682 dieren, 39%
Walliser Schwarznase, 12985 dieren, 22%
Schwarz-braunes bergschaf, 8582 dieren, 14%

Rasstandaard

Hover over de sterretjes voor de bijhorende kenmerken van de rasstandaard...

Aanverwante (schapen)rassen

Walliser Landschaf

Het betreft een oud zeldzaam schapenras, dat sterk verwant is met de SN (volgens lokale Zwitserse fokkers is dit hét oorspronkelijke ras waaruit de SN ontstaan is). Analoog aan SN is het een gehoornd schaap met dezelfde wolstructuur en goed aangepast aan het harde bergklimaat van Wallis. Het ras komt voor in twee kleurtypes (nl. bruine roux en zwart), waarbij de de zwarte dieren voornamelijk in Lötschental voorkwam en hierdoor ook wel Lötsch-schapen genoemd worden. De dieren zijn een maatje kleiner in vergelijking met de SN-dieren en hebben vaak een stervormige witte vlek op de kop. In tegenstelling tot het SN-schaap, kende dit ras geen groot succes en werd het in de jaren 20-30 beschouwd als een bedreigde diersoort. Door een aantal gerichte fokprogramma's is hun aantal in opmars met momenteel een 800tal dieren.

.

Thônes et Marthod schaap

Dit gehoornd schaap is afkomstig uit de Savoie valei in Frankrijk en wordt omwille van de uiterlijke kenmerken als witte wol, zwarte neus (enkel het puntje!) en zwarte ogen en oren, vaak verward met een SN-schaap. Dit schapenras heeft echter een kleinere en fijnere bouw en andere wolstructuur met minder wol op de ledematen en kop (kenmerkend bolletje wol op het voorhoofd). Het fokdoel is gemengd, waarbij de dieren voor zowel vlees- als melkproductie (+ kaasproductie) gefokt worden.

Walliser zwarthalsgeit

Dit uitzonderlijk geitenras heeft ook haar oorsprong in Wallis en deelt een aantal kenmerken met het zwartneusschaap: unieke karakteristieke kleurtekening, gehard grote sterke dieren met een lange vacht waarbij zowel de bokken als de sikken grote, gedraaide horens hebben. In de jaren zeventig was het voortbestaan ​​van het ras ernstig bedreigd. De grootte van de populatie in Zwitserland was gezakt tot 440 raszuivere dieren. Door de inzet van een aantal particulieren en verenigingen, heeft het ras zich kunnen herstellen en was het fokbestand in 1999 opnieuw gegroeid tot 274 bokken en 1297 stamboekgeiten. Hun aandeel in het totale Zwitserse geitenbestand is momenteel 11,6%.